In mei en juni 2007 was er een grote groep cursisten uit de tweede en derde wereld te gast in Dalfsen om daar een kerkelijke opbouwcursus te doen. De meeste broeders uit Afrika noemden het echtpaar waar ze te gast waren hun vader en moeder. Zo waren wij de ouders van Bigboy Kathumba, Kingstar Chipata en Rodwell Chipeta.
In de maand dat ze bij ons logeerden hebben we veel met elkaar gepraat en veel van elkaar geleerd. Rodwell Chipeta woont en werkt in Ndola, Zambia en heeft het erg arm. Hij en zijn vrouw moeten dagelijks de strijd aangaan met de honger en veel andere problemen. En omdat hij predikant is van een grote kerkelijk gemeente verwachten ook veel mensen van hem dat hij de oplossing daar voor heeft. Ook mensen van buiten de kerk kloppen bij hem aan. Hij is in het buitenland geweest en heeft vast oplossingen. Hij heeft nooit gevraagd om hulp. Maar toen hij weg was en we af en toe contact hadden, voelden we ons beschaamd. Omdat wij elke dag letterlijk meer dan genoeg hebben. Overal van. Af en toe stuurden we wat geld, waar ze erg blij mee waren.
Voorjaar en zomer 2007 was de situatie in Zimbabwe nog redelijk voor Bigboy Kathumba en Kingstar Chipata en hun omgeving. Ook zij waren arm, maar hadden toch elke dag nog te eten. Najaar 2007 verslechterde de situatie in Zimbabwe razendsnel door het wanbeleid van Mugabe. Binnen een paar maanden was het voedsel er niet meer te betalen vanwege de hoge inflatie en nog een paar maanden later was er bijna geen eten meer te krijgen. Uit Harare, de hoofdstad van Zimbabwe, kwam een noodkreet van Bigboy: ‘we houden het hoofd niet meer boven water, willen jullie ons alsjeblieft helpen?’
Toen bleek dat ook Kingstar Chipata voor zijn gemeenschap af en toe geld vroeg om te helpen, hebben we de koppen bij elkaar gestoken om te kijken of we gezamenlijk iets structureler zouden kunnen helpen. Hieruit werd ‘Wij Willen Helpen’ geboren. Want wij kunnen en willen deze oproepen niet naast ons neerleggen!